Bij de KinderUniversiteit Haarlem maken kinderen uit het basisonderwijs kennis met cultuur, wetenschap en maatschappij. Ook Het Waterlaboratorium ontvangt elk jaar een groep leerlingen.
De KinderUniversiteit is een weekendschool. School is trouwens een groot woord, want er komt geen lesboek aan te pas. De kinderen die meedoen aan het programma gaan vijftien zondagen in het jaar naar bijvoorbeeld een museum, de rechtbank, een ziekenhuis of de brandweer. Daar vertellen gastdocenten over hun dagelijks werk en gaan de kinderen zelf aan de slag met iets maken, ontwerpen of onderzoeken. Alle leerlingen uit de hoogste groepen van basisscholen uit Haarlem kunnen zich aanmelden, met speciale aandacht voor kinderen die een steuntje in de rug verdienen. Bij de weinige voorwaarden om mee te doen hoort dat ze nieuwsgierig zijn en twee jaar alle lesdagen komen.
Proefjes
Om de kinderen zo veel mogelijk mee te geven over onderzoek naar waterkwaliteit mogen ze proefjes doen. Bij de afdeling Hydrobiologie proberen ze onder een microscoop minuscule beestjes in water te vinden en te identificeren.
Bij Microbiologie tellen ze bacteriestammen op een voedingsbodem. Paulien: “De hoeveelheid stammen (stipjes op de voedingsbodem), zegt iets over hoe schoon of vervuild het water is.” De kinderen experimenteren met het uit elkaar halen van stoffen (chromotografisch) in water, ze bepalen een gehalte met behulp van de pH-waarde (titrimetisch) in een monster en leren hoe filtratie werkt in het zuiveringsproces. De smaaktest is steevast een hit, weet Paulien: “De kinderen proeven van drinkwater en wij vragen hoe het smaakt. Aan sommige bekertjes hebben we bijvoorbeeld een druppeltje koffie toegevoegd. Je ziet ze hun best doen: wat proef ik?”
Indrukwekkend bezoek
Tijdens een jubileumbijeenkomst met oud-leerlingen merkte Paulien hoeveel indruk hun bezoek aan Het Waterlaboratorium heeft gemaakt: “Sommigen herkenden me nog. Voor deze kinderen is drinkwater denk ik nooit meer ‘gewoon’ water.” Dat ze voor de weekendschool zelf op zondag op het werk is, maakt haar niets uit: “Dat geldt ook de andere collega’s. We doen dit allemaal graag, omdat het zo veel energie geeft als je merkt wat kinderen in korte tijd opdoen. Aan het eind van de dag presenteren ze aan de groep wat ze hebben geleerd. Dan zie je hun zelfvertrouwen groeien.”
