Steeds breder kijken naar stoffen en organismen
Door allerlei invloeden, bijvoorbeeld van het weer en menselijk handelen, verandert de kwaliteit van het water waar drinkwater van wordt gemaakt. Dat brengt voortdurend nieuwe vragen naar voren waar Het Waterlaboratorium antwoorden op moet vinden.
Nieuwe methoden en analysetechnieken ontwikkelen is een doorlopend proces, legt Corine Houtman uit. Zij is naast senior adviseur Chemische Waterkwaliteit en Toxicologie ook programmanager voor de methodeontwikkeling op het gebied van chemie en bioassays. “Omdat de waterkwaliteit door de tijd heen verandert, moet Het Waterlaboratorium zich daarop blijven aanpassen. Bovendien wordt er steeds meer bekend over waterkwaliteit en verandert ook het denken daarover.”
Lagere concentraties meten
Methodeontwikkeling is grotendeels gericht op breder kunnen kijken naar stoffen en organismen in water. Als voorbeeld noemt Corine PFAS. Deze stoffen zitten al langere tijd in het milieu, maar gaandeweg komt er steeds meer kennis over hoe schadelijk ze kunnen zijn. “Daarom is het belangrijk dat we lagere concentraties kunnen meten en meer verschillende soorten PFAS.” Een andere aanleiding voor methodeontwikkeling is dat er stoffen in het milieu aanwezig zijn die tot voor kort onbekend of nog niet meetbaar waren. Bovendien kan er technisch steeds meer op het gebied van detecteren en kwantificeren, waardoor bijvoorbeeld ook snellere analysemethoden mogelijk worden. Dat laatste is heel actueel in de microbiologie.
Tientallen projecten per jaar
Het programma voor methodeontwikkeling loopt van 1 juli tot 1 juli. Elk voorjaar bepaalt Het Waterlaboratorium samen met de drie opdrachtgevende drinkwaterbedrijven aan welke ontwikkelingen het lab gaat werken en welke projecten worden gestart. Dat zijn er dertig tot veertig per jaar, verdeeld over de vakgebieden biologie, chemie en bioassays. De laboratoriummedewerkers voeren deze projecten uit naast hun routinematige analyses van watermonsters. Corine (derde van rechts op de foto): “Onze opdrachtgevers vinden het belangrijk dat wij voorop blijven lopen met de nieuwste ontwikkelingen en bieden ons de ruimte om tijd vrij te maken voor methodeontwikkeling.”

Praktijkgericht onderzoek
Leveranciers van instrumenten en wetenschappers doen fundamenteel onderzoek naar nieuwe meetprincipes. Als praktijkgerichte kennisinstelling borduurt Het Waterlaboratorium daarop voort. Corine: “Wanneer er een nieuwe analysetechniek op de markt komt, willen wij weten of we daar iets aan hebben voor bijvoorbeeld onderzoek naar specifieke stoffen. Als je een apparaat of instrument koopt, moet je namelijk zelf nog de analysemethode ontwikkelen. Dit toegepaste onderzoek is overigens ook vaak vernieuwend. Wij publiceren daar geregeld over.” Het Waterlaboratorium werkt op dit vlak samen met universiteiten.
Vakgebieden verrijken elkaar
Het interessante aan methodeontwikkeling is voor Corine dat zij en haar collega’s er enorm veel van leren: “We kijken naar de toekomst op analysevlak. En van daaruit maken we de vertaalslag naar wat nuttig is voor waterkwaliteit – met als doel dat we meer kennis opdoen voor schoon en veilig drinkwater.” Bijzonder vindt ze ook dat biologie, chemie en bioassays de laatste jaren steeds meer door elkaar lopen. “Tegenwoordig heb je biologische methoden om naar chemische stoffen te kijken, dat zijn de bioassays. En andersom zijn er chemische technieken om naar microbiologie te kijken. Zo verrijken onze onderzoeksteams elkaars kennis. Het mooie van methodeontwikkeling is ook dat het dwars door Het Waterlaboratorium heen loopt; alle afdelingen zijn erbij betrokken. Op die manier dragen we met elkaar bij aan voortuitgang.”

Projecten in 2024/2025
Enkele methodes en analyses die in het afgelopen jaar zijn ontwikkeld:
- Nieuwe analysemethodes voor microcystines en PFAS
- Een eigen screeningsdatabase met chemische stoffen
- Twee nieuwe bioassays in het palet van HWL
- Aanvraag voor de accreditatie van RT-PCR voor E. coli en Enterococcen
- Ontwikkeling van de 1 liter RT-PCR (i.p.v. standaard 100ml analyse volume
De foto toont een voorbeeld van biologisch onderzoek (next generation sequencing)